Gezongen door Louis Neefs; geschreven door G. den Braber en S. Denny, 1979
Rozen zijn rood En viooltjes vaak blauw Maar vertel me waarom ik zoveel van je hou De gloed van de zon Die verjaagt alle kou Maar vertel me waarom ik zoveel van je hou Ik kan nooit, ik kan nooit zonder jou
Ieder blad aan een boom Elke vogel die fluit Is jouw adem, jouw lach en jouw naam op een ruit En de klank van muziek Uit een raam in een straat Is de wals van jouw hart die me nooit meer verlaat Ik kan nooit zonder jou
Ik ben vaak onderweg Voor een dag, voor een week Maar ik zie je dan steeds hoe je was, hoe je keek En de meeuw aan het strand En de duif op het plein Die vertellen me dan hoe het straks weer zal zijn Ik kan nooit zonder jou
Rozen zijn rood En viooltjes vaak blauw Maar vertel me waarom ik zoveel van je hou De gloed van de zon Die verjaagt alle kou Maar vertel me waarom ik zoveel van je hou Ik kan nooit, ik kan nooit zonder jou Ik kan nooit zonder jou Nooit zonder jou
Dit liefdesliedje heeft in het Sprookjesboek een bijzondere plaats ingenomen als Het Lied van de Zeven Dwergen.
Weemoedig zingen de zeven dwergen, ook wel de zeven machten van de tijd genoemd, dit lied op het moment dat Sneeuwwitje niet meer wakker wil worden.
Graag nodigt het Sprookjesboek u uit tot haar leeshoekje met een unieke versie van het oerooude sprookje van Sneeuwwitje dat ons toch zoveel wil vertellen over de mysteries van het leven.