Er was eens, er is en er zal altijd zijn een volk van trotse en fiere vrouwelijke krijgers, genoemd de Amazones. A van zonder, mazos van borst; zonder borst want deze vrouwen zijn vechters en soldaten.i Zij kunnen daarom niet voeden maar dienen gevoed te worden.
En zij worden gevoed met een oude wijn. Zo oud dat zij zich niet meer kunnen herinneren van welke wijnstok hij afkomstig is en waar deze wijngaard ligt.
Deze oude wijn wordt de Amazones aangereikt door een evenzo oude maar sterke hand, die zij nauwelijks kunnen zien of herkennen, in een beker die ongeacht hoeveel zij eruit drinken altijd gevuld blijft. Drinken de Amazones van deze wijn dan voelen zij onmiddellijk de kracht van het leven, de wil, door hun aderen stromen en zij weten wat te doen en zijn klaar voor de strijd.
Hun tegenstanders zijn vele grote en kleine Machten waaronder Zucht, Lust, Jalouzie, Gramschap, Leed, Klagen, Toorn en Smart.ii Deze Machten worden aangetrokken door de schoonheid en de kracht van de Amazone. Ze willen haar, de Amazone, verslaan en bezitten. Meedogenloos storten ze zich op haar.
De vele aanvallen verblinden de Amazone maar zij blijft vechten want zij hoort het gevaar. Ook als leugens en bedrog haar verdoven, vecht zij door want zij proeft wat niet deugt. Kan zij door de sterke smaak van gif ook niet meer proeven dan blijft zij het gevaar ruiken en met haar laatste kracht verzet zij zich. En zo zal zij sterven.
De mens ziet een hoopje ellende; lam, blind, doof en stom. Maar in de hemelen klinkt trompetgeschal!!! Een trotse en fiere strijdster is gestorven. Tot op het laatste heeft zij gestreden. Zij heeft gestreden tot de dood. Een oude maar sterke hand brengt een beker gevuld met een evenzo oude wijn en houdt die aan haar lippen.
Lang Leve de Amazone. Lang Leve de Strijdende Ziel.