De Winstmakers

De parabel van de talenten, origineel uitgelegd


Een heer riep voor zijn vertrek naar het buitenland zijn dienaars bij zich en vertrouwde hen zijn bezit toe. De een gaf hij vijf gouden munten.i  Een andere dienaar gaf hij twee gouden munten en een derde één. Daarna vertrok hij.
Die de vijf munten gekregen had ging er terstond mee werken en verdiende er vijf bij. Zo verdiende ook degene die twee munten gekregen had er twee bij. Maar die één gouden munt gekregen had groef een gat in de grond waarin hij de munt van zijn heer verborg.

Een hele tijd later kwam de heer terug en hield afrekening met zijn dienaars.
Die vijf munten gekregen had trad naar voren en bood nog vijf munten aan met de woorden: "Heer, vijf munten hebt gij mij toevertrouwd. Ziehier vijf munten heb ik erbij verdiend."
Zijn heer zei tot hem: "Goed gedaan, gij goede en trouwe dienaar. Kom binnen in mijn huis en geniet van het banket."
De tweede dienaar trad naar voren en zei: "Heer, twee munten hebt ge me gegeven. Ziehier twee munten heb ik bijverdiend."
De heer zei tot hem: "Wel gedaan, gij goede en trouwe dienaar. Kom binnen en geniet van het banket."

Tenslotte trad ook de laatste dienaar naar voren die één gouden munt gekregen had en zei: "Heer, één gouden munt hebt gij mij toevertrouwd. Ziehier uw munt die ik veilig en goed voor U bewaard heb."
De heer nam zijn ene munt terug en zei: "Gij slechte en luie dienaar. Ik oogst waar ik niet gezaaid heb. Ik haal binnen waar ik niet heb uitgestrooid. Daarom had je mijn munt bij de bankier moeten uitzetten. Dan had ik bij mijn terugkomst mijn bezit met rente op kunnen vragen." En hij liet de arme dienaar buiten op straat zetten terwijl hij zijn huis binnenliep om samen met zijn andere dienaars van het banket te genieten.

Vele dienaars bevinden zich in zijn huis waar keer op keer de belofte herhaald wordt dat ieder die heeft, zal krijgen, zelfs in overvloed zal krijgen. Terwijl wie niet heeft, nog dat beetje ontnomen zal worden wat hij heeft door de heer van het huis want hij is de Heer van de Winst en hele volksstammen dienen en aanbidden hem. Zo ook het volk dat zich het uitverkoren volk noemt.
En zij allen verblijven in het huis van hun Heer van de Winst; het huis van Meer en Meer.

Maar buiten op straat staat de eenling, de buitengeslotene, die eenzaam de straat afloopt en de weg vervolgt naar het Beloofde Land.
~ Einde ~

Bibliography:
De Bijbel, Mattheus 25: 14-30, de parabel van de talenten.


De Oude Hoed  >>

<<  Meer verhalen uit het Sprookjesboek



  1. Eén gouden munt had de waarde van meer dan honderd dagen werkloon.
© Brigitte Franssen 2013
HomeSouvenir ShopNew ArrivalsRLE ictMailboxEnglish SectionGreeting CardsDutch SectionSitemapDonations